Dit stukje gaat over mijn privé leven en daarover wil ik niet zoveel vertellen. Mijn familie en vrienden hebben er immers niet voor gekozen om in de politiek te gaan. Hen uit de privacy halen en in de schijnwerpers zetten zou echt niet respectvol zijn. Ik wil hen wel allen heel erg bedanken. Wanneer alles goed gaat hebben we altijd massa’s plezier. En wanneer er iets tegen zit staan we er altijd voor elkaar. Het kan niet genoeg gezegd worden, zonder jullie zou ik niet staan waar ik nu sta. Dank je wel Mama en Papa, zus en schoonbroer, quasi-zus (mijn nicht) en quasi schoonbroer, jullie kinderen, alle andere familieleden, mijn vrienden, en vooral ook mijn lief, mijn partner, mijn ventje…
Tja nu ik het over mijn lief heb. Toch raar dat er nog altijd mensen zijn die neerkijken op ons. En met ons bedoel ik dan mensen uit de regenboog gemeenschap. Noem ons holebi, LGBTQI (ik hoop dat ik geen lettertjes vergeten ben) of gewoon in mijn geval homo, of “regenboog gemeenschap”. We leven immers allemaal onder de regenboog dus in feite kan dat voor iedereen op gaan. Ik heb nooit kunnen kiezen op wie ik verliefd werd. En geloof mij, in het conservatieve Sint-Niklaas van de jaren ‘90 was dat geen simpele situatie. Een leraar in het Sint-Jozef Klein Seminarie (“het college”) zei op zeker moment letterlijk: “homo’s bah, da’ zijn viezerikken”. Daar zit je dan als 16 jarige die het al gigantisch moeilijk heeft met zichzelf. “Het college” van toen heeft heel wat kapot gemaakt… Vandaag de dag hebben ze, naar ik hoor, een heel ander beleid en dat is geen overbodige luxe. Onder regenboog jongeren ligt het zelfmoordpercentage nog altijd een heel pak hoger dan onder “gewone” jongeren. Ondanks alle vooruitgang die er in de maatschappij is geboekt.
Ik spreek nu zuiver vanuit mijn eigen ervaring: wij kiezen niet op wie we verliefd worden. We kiezen niet tot wie we ons aangetrokken voelen. We willen wel allemaal gelukkig zijn. En daartoe heeft iedereen het recht, regenboog of geen regenboog. Dat zou niet mogen uitmaken. De rechten voor de regenbooggemeenschap die in ons land tot de meest vooruitstrevende ter wereld behoren mogen nooit teruggedraaid worden. De Stad Antwerpen staat trouwens ook op een gedeelde eerste plaats waar het op de rechten van de regenboogmensen aankomt. En toch. We worden nog regelmatig fysiek aangevallen. We worden nog vaak uitgescholden. We ondervinden nog vaak dat mensen denken dat we minderwaardig zijn. Rechten hebben is een zaak, aanvaard worden is een andere.
Daarom loop ik nog elk jaar mee in de pride. Die parade heeft een hoog “carnaval in Rio”-gehalte. En wat in Rio kan, waarom kan dat niet in Antwerpen? Het is niet meteen iets wat ik zou doen, halfnaakt staan dansen op een vrachtwagen, maar een dag per jaar mag wat mij betreft iedereen die dat wil op zijn of haar manier uit de bol gaan.
Waar ik me wel tegen verzet is tegen het idee dat homo’s (of LGBTQI+ mensen) per definitie slachtoffers zijn. Mijn ervaringen in het college waren misschien niet denderend, en er zijn nog traumatiserende dingen gebeurd in mijn jonge leven, maar dat geldt ook voor heel veel mensen die niet tot de regenboog gemeenschap behoren. Een klein maar fanatiek groepje extremisten is echter op zoek naar manieren om de samenleving te ontwrichten. Dat doen ze door zoveel mogelijk mensen tegen elkaar op te zetten. Ze zoeken slachtoffers en die denken ze te vinden in iedereen die geen witte heteroseksuele man is. Ik krijg vaak van hen het verwijt dat ik niet wakker genoeg ben en dat ik het onrecht niet zie dat mij wordt aangedaan. En wanneer ik dan antwoord dat mij niet echt duidelijk onrecht wordt aangedaan komt het: ik ben een “homonationalist” of een “homofascist” of… niet lachen… “geen echte homo”.